Seinen

Zelfgebouwde lichtseinen naar NMBS-voorbeeld

Dit thema werd een artikel in Modelspoormagazine 43. Daar vind je meer tekst en afbeeldingen.

Omdat in de handel de lichtseinen naar Belgisch voorbeeld vrij duur zijn, en naar mijn mening toch wat schoonheidsfoutjes vertonen, bouw ik ze zelf. Om toch voor een kleine tijdsbesparing te zorgen maak ik de seinen in kleine series - 5 stuks in dit geval – waarvan 2 met een vijfde rangeerlicht.

Het zoeken naar een geschikte elektrische verbinding in de voet bracht me uiteindelijk bij mini-DIN-connectors. Van de stekker gebruiken we alleen het gedeelte met de pinnen. Dit stekkerdeel wordt nog verder bijgesneden en geschuurd, zodat een rond ‘mannetje’ van 8mm doorsnede overblijft.
Op een zelfklevend etiket wordt een aparte afdruk van de seinplaat gemaakt. Uit 0,2 mm dikke messingfolie knippen we een strip van ongeveer 20 mm breed. Op deze strook wordt de afgedrukte sticker gekleefd. Met een krasnaald worden de boorgaten doorgeprikt. Vervolgens worden de gaatjes verder geboord: voor de centrale steunstang gebruik ik een 0,5 mm boortje en voor de LED’s 1,5 mm. De bramen aan de achterzijde worden gladgeschuurd, en vervolgens kan ik de seinplaat uitknippen. Na het bijvijlen van de rondingen wordt de klever verwijderd:

Nu wordt het tijd voor het eerste soldeerwerk. De mast (een 3x1,5 mm messing U-profiel) wordt aan de DIN-stekker bevestigd. Vervolgens wordt de mast op lengte gezaagd en bijgevijld. De seinplaat goed uitlijnen, inklemmen en solderen. De gaatjes voor de later te plaatsen steunstang worden daarna door de mast heen geboord.
Mijn eerste seinen maakte ik met subminiatuur LED’s, maar die gaven naar mijn mening een te grof uiterlijk aan de achterzijde van de seinplaat. Daarom wou ik nu seinen maken met SMD’s, maar zelfs een SMD LED blijkt iets te lang voor het sein, en moet een beetje geschuurd worden aan de uiteinden.Op de detailfoto zie je een SMD, de linkse aansluitzijde heeft nog zijn originele uiteinde, de rechtse is bijgewerkt. Let er op om nog wat soldeeroppervlak over te laten! Voor de twee seinen met rangeerlicht gebruik ik goedkopere witte 3mm-LED’s, die ik eerst nog bijwerk in een geïmproviseerde draaibank. Door de LED in mijn miniboormachine te plaatsen en al draaiend met een scherp mesje af te schrapen, bekwam ik de gewenste vorm.
Het is een goed idee de LED’s eerst even te testen. Zo weet je dat de LED na het schuren nog werkt, en kan je op de achterzijde de polariteit aanduiden. Zelf markeerde ik de ‘+’ met een streepje. Met secondenlijm worden de SMD’s vervolgens op de seinplaat gekleefd. Op de foto zie je ook de bijgewerkte witte LED, die duidelijk een héél stuk groter is.

Voor we de LED’s aansluiten, doen we eerst nog wat soldeerwerk. Immers, de isolatie van de aansluitdraden kan geen grote hitte verdragen. Na het plaatsen van die draden kan er dus niet meer aan de mast gesoldeerd worden. Daarom plaatsen we nu eerst de steunen voor de loopplaten en, nu we daar toch mee bezig zijn, ineens ook het platform vooraan. De steunen bestaan uit L-vormige messing profieltjes van 1x1 mm. Het kader van de plaat wordt geplooid uit een stukje messingdraad van 0,5 mm dikte. De loopplaat zelf bestaat uit een stukje geëtst messinggaas met een rasterafstand van 1mm. Deze bevestig ik op het gesoldeerde kadertje met secondenlijm.
Eerst maken we de verbindingen tussen LED’s en seinplaat, die de gemeenschappelijke ‘plus’ zal worden voor het sein. De verbinding met de seinplaat wordt met zeer fijne koperdraad gemaakt. Eerst wordt het draadje aan de seinplaat gesoldeerd, vlakbij de aan te sluiten LED. Aan de SMD’s moet je de draadjes aan de (piepkleine) aansluitplaatjes bevestigen. Tijdens het aansluiten van de draadjes wordt de werking van de LED’s regelmatig gecontroleerd. De negatieve aansluitingen zijn iets moeilijker. Omdat ze geen contact mogen maken met het sein zelf of met de andere aansluitdraden, gebruik ik lakdraad. De lakdraad wordt na het aansluiten aan de LED voorzichtig in de ‘goot’ van de mast geplooid en zo naar de stekker aan de voet geleid. Hier wordt hij op lengte geknipt en aangesloten.

Omdat we niet telkens met een los weerstandje de werking van het sein willen testen, gaan we nu het chassisdeel van de DIN-verbinding monteren en aansluiten. In een stukje 1 of 1,5 mm plasticard, waarvan de verdere afmetingen weinig belang hebben, boren we een gat van 8mm en enkele gaatjes van 3mm. Met een goede contactlijm wordt hierop het chassisdeel gekleefd. Vervolgens wordt de gemeenschappelijke “+” aangesloten, en tenslotte vier weerstandjes van ongeveer 1500 Ohm. De juiste weerstandswaarden moest door het verschil in rendement van de verschillende LED's proefondervindelijk bepalen.
Om geen storend strooilicht achteraan de seinplaat te zien, worden de LED’s aan de achterzijde en rond de lijmplaats zwart geschilderd. Ik gebruikte hiervoor een dikke zwarte acrylverf, die ik in enkele lagen gebruikte.
De rug van de mast wordt apart gemonteerd. Uit dun messingfolie knip ik verschillende 1mm brede strips en plooi die in een hoekige U-vorm. Voor mijn 5 seinen heb ik zo 75 hoekjes nodig. Met een stukje schilderstape worden twee rechte stukken koperdraad van 0.5 mm aan één zijde op de afgedrukte mal gekleefd. De U-vormige strookjes worden één voor één aan de draden gesoldeerd. De zo bekomen ‘visgraat’ wordt vervolgens aan de mast gepast en bijgeknipt en nog wat geplooid, om zo goed mogelijk aan te sluiten aan de mast. De ‘visgraatrug’ wordt met secondenlijm aan de mast en seinplaat gekleefd.

Het platform aan de achterzijde van het lichtsein is wat complexer dan het voorste: het heeft immers een leuning. Het loopvlak uit messinggaas wordt eerst op maat geknipt en met secondenlijm op de twee draagsteunen gekleefd. Uit messingdraad plooi ik een zo groot mogelijk deel van het loopvlakkader en de leuning zorgvuldig in vorm. Dit soldeer ik alvast aan mekaar. De achterste verticale steunstangen en de horizontale tussenverbinding worden op hun beurt voorzichtig bevestigd. Tenslotte wordt dit gesoldeerde ‘draadwerk’ met secondenlijm op het loopvlak en de steunstangen gekleefd.
Omwille van extra stevigheid en om de aansluitingen in de voet te beschermen, gieten we die in met kunsthars, met behulp van een eerder gemaakte siliconenmal. Na het sein netjes uit te lijnen in de mal giet ik tweecomponenten hars in de vrije ruimte.

Na een grondige inspectie op bramen, vuiltjes, … kan het sein in bad om ze te ontvetten, maar ook om eventuele zuur- en andere soldeerresten te verwijderen. Voor het verven gebruik ik mijn airbrush, dus wordt eerst de seinplaat en het stekkertje onderaan nog bedekt met een stukje tape. Als verf gebruik ik lichtgrijze acrylverf.
Op kleefetiketten maak ik een reeks afdrukken van seinplaten. De gaatjes voor de lampen worden uitgesneden met een 2mm ponsje: goed mikken en een lichte tik van een hamertje en je hebt in één keer een perfect rond gaatje. Vervolgens worden de seinplaat-stickers zorgvuldig met een schaar uitgeknipt en op de seinplaat gekleefd. De gaatjes voor de steunstang prik ik vanaf de achterzijde door het kleefetiket en breng ik met een ruimertje terug op 0.5mm. Uit een stukje messingdraad wordt de steunstang geplooid en ter plaatse gezet. Vervolgens wordt de stang, de zijkanten van de seinplaat en de randen van de geponste gaatjes zwart geverfd. Deze verf zorgt tevens voor het bevestigen van de steunstang.
Uit een strookje messingfolie van 1,5 mm breed snij ik trapeziumvormige stukjes van 4 mm lang. Deze plooi ik in vorm rond een 1,5mm-boortje. Voor de vijf seinen heb ik 22 zulke kapjes nodig. Met secondenlijm en véél geduld worden de kapjes ter plaatse aangebracht. Met de slogan “mislukken is één keer te weinig proberen” in gedachten lukt het, en kan ik mijn fijnste penseeltje weer bovenhalen om de kapjes te schilderen.

Met de printer maakte ik nog wat kleefetiketten met het seinnummer, de blauwe pijl en de rode ‘T’ voor het telefoonkastje. Dit kastje maak ik van restjes styreen, en het wordt ook in het grijs geverfd. De kleefetiketjes worden weer met een goede schaar zorgvuldig uitgeknipt en op de juiste plaatsen aangebracht. Ter bescherming wordt met de airbrush nog een laagje matte vernis over het ganse sein aangebracht.

... en hier ziet U het resultaat:

Naar aanleiding van het artikel in MSM en TMM kan je de ontwerptekeningen downloaden via:

seinen.dxf (autocad R14) seinen.pdf (acrobat 4)

vb. vanuit Internet Explorer: aanklikken met Re-muis, doel opslaan als ...

©2005 Gerolf Peeters - aangepast op 18.10.2007 Zie ook: Wissels - Krokodil - Bloksysteem